De vergeetcurve van Ebbinghaus: waarom je zo snel dingen vergeet

Je leert een nieuw woord in het Frans: “chapeau” (hoed). Je zegt het hardop, schrijft het op, en denkt: “Dit vergeet ik nooit meer!” Maar twee dagen later… weet je het niet meer. Wat is er gebeurd? Dat is precies wat de Duitse psycholoog Hermann Ebbinghaus wilde begrijpen. Hij ontdekte iets dat we nu kennen als de vergeetcurve.

Wat is de vergeetcurve?

De vergeetcurve laat zien hoe snel we informatie vergeten als we die niet herhalen. Ebbinghaus testte dit eind 19e eeuw op zichzelf, door betekenisloze lettergrepen te leren en te meten hoe snel hij ze vergat. De resultaten waren duidelijk: al binnen één dag was hij meer dan de helft vergeten. Zonder herhaling zakt de kennis razendsnel weg.

Dit effect geldt ook voor schoolstof, namen, definities of nieuwe woorden. Wat je vandaag leert, ben je over een paar dagen grotendeels kwijt – tenzij je het herhaalt. Gelukkig kun je de vergeetcurve afvlakken met technieken zoals gespreid herhalen, waarbij je informatie op steeds grotere tussenpozen opnieuw bekijkt.

Anekdote: Lisa en haar samenvattingen

Lisa, een student biologie, maakte altijd uitgebreide samenvattingen vlak voor haar tentamens. Ze haalde redelijke cijfers, maar een maand later wist ze niets meer. Toen ze ontdekte hoe de vergeetcurve werkt, ging ze haar aanpak veranderen. Ze begon drie dagen na het leren haar samenvattingen kort te herhalen, en dat nog eens een week later. Haar begrip én haar cijfers gingen omhoog. “Ik onthield het veel langer, en het voelde alsof ik echt grip kreeg op de stof.”

Conclusie

De vergeetcurve laat zien dat vergeten normaal is – maar niet onvermijdelijk. Door informatie actief en gespreid te herhalen, houd je grip op wat je leert. Of het nu met flashcards is, samenvattingen of korte testjes: herhalen helpt. Want wie slimmer herhaalt, vergeet minder.